Volgens de traditie is Anna de moeder van Maria en dus de grootmoeder van Jezus. Maar in de bijbel komt ze niet voor, wel in het apocriefe evangelie van Jakobus (uit de tweede eeuw na Christus) en in de Koran.
 
Het verhaal gaat dat Anna getrouwd was met Joachim, een oudere priester. Anna en Joachim waren vrome joden. Ze konden geen kinderen krijgen en Joachim schaamde zich daarover. Maar op hoge leeftijd verscheen er een engel aan Joachim, die hem vertelde dat Anna zwanger was geworden. Anna werd zwanger en baarde een meisje, dat zij volgens het woord van de engel Maria noemden.
 
In de Middeleeuwen was de heilige Anna bijzonder populair. Veel Middeleeuwse steden hadden een Sint Anna-straat. Zo ook Woerden. Op de plek waar nu de consistorie staat, stond een kapel gewijd aan de heilige Anna.
 
Anna, Maria en Jezus werden vaak gedrieën afgebeeld. Men spreekt dan van een ‘Sint Anna te drieën’. Anna heeft Maria op haar schoot en Maria op haar beurt het kind Jezus. Met spreekt ook wel van de aardse drie-eenheid, tegenover de goddelijke drie-eenheid van Vader, Zoon en Geest.
 
Aan Anna kleeft ook een Luthers tintje. Wanneer de jonge Martin Luther als rechtenstudent op weg is naar Erfurt wordt hij bij het dorp Stotternheim in Saksen door onweer overvallen. Doodsbang roept hij de heilige Anna aan:
 
‘Help mij heilige Anna, ik zal monnik worden!’
 
Aldus geschiedde. Luther trad toe in het Augustijnerklooster in Erfurt. Een klooster waaraan ook een Anna-broederschap verbonden was. In vele steden, ook in Nederland, werden deze broederschappen opgericht, het waren een soort lekenbewegingen die zich verbonden aan kloosters en kerken.
 
Waarom riep Luther de heilige Anna aan? Anna was de patrones van de mijnwerkers en Luthers vader bezat in Mansfeld een mijn, waar uit erts zilver en koper werd gewonnen.
 
Luther hielp het lot ook wel een handje, want hij voelde zich meer thuis in de wereld van het klooster, vol boeken en geleerdheid, dan in de zakenwereld van het mijnbouwbedrijf. Zijn vader zag hem echter liever als jurist, want dat kwam in de mijnbouw wel van pas. Je zou kunnen zeggen dat met de hulp van Anna Luther zijn eigen weg kon gaan.
 
De reformatie maakte een eind aan de heiligenverering en langzaam verdween ook de heilige Anna uit beeld. Zoals we weten hadden de reformatoren nogal wat moeite met de hele heiligeneconomie die in de kerk was ontstaan.
 
Luther zou daarom later zelf zeggen dat hij zich tijdens het onweer in Stotternheim niet op Anna beriep, maar op de genadige God. Helemaal vreemd is dat niet, want Anna is de Griekse versie van Hanna, en de naam Hanna is afgeleid van het Hebreeuwse woord voor genade.
 
In het oude testament is Hanna de moeder van Samuël. Jarenlang was zij onvruchtbaar. Bij het jaarlijkse bezoek aan de tempel in Siloam deed Hanna aan God een belofte: Als zij een zoon van God zou krijgen zou zij deze teruggeven voor de dienst aan God. Aldus geschiedde. Samuël werd geboren en werd priester, profeet en richter in Israël.
 
Ook in het nieuwe testament komen we Hanna tegen in de tempel. Lucas 2 vertelt hoe Jozef en Maria het kind Jezus opdragen in de tempel. Veertig dagen na de geboorte, was het volgens de wet van Mozes gebruikelijk dat de vrouw naar de tempel ging om daar een reinigingsoffer te brengen (Lev. 12, 8). Het zou in principe een lam moeten zijn, maar wie minder draagkrachtig was mocht in plaats daarvan duiven offeren. Jozef en Maria behoren tot die laatste categorie. Het rechterraam in onze kerk verbeeldt dit verhaal.
 
In de tempel ontmoeten Jozef en Maria de oudgedienden Simeon en Hanna. Zij vertegenwoordigen het volk Israël. Over Simeon en Hanna wordt gezegd dat beiden uitzien naar de vertroosting en verlossing van Israël.
 
Hanna wordt een profetes genoemd. Ze is al 84 jaar weduwe. 84 jaar, een symbolisch getal = 7 x 12 het getal van de totale vervulling. Lucas vertelt: Al die jaren is zij nooit weggeweest uit het heiligdom. Haar hele leven is zij vol toewijding in de tempel. Juist in de tempel krijgt ze zicht op Gods verlossing. In het raam zien we Hanna bescheiden op de achtergrond, in haar groene gewaad, symbool voor de hoop die in haar is.
 
Er tekenen zich een paar lijnen af. Anna staat voor het verlangen naar Gods huis, als een plek waar troost en hoop te vinden is en waar zich de toekomst opent. Anna staat voor hoop en vertrouwen, voor vrouwen die niet opgeven, maar in de Eeuwige een bron van kracht vinden.
 
Tenslotte nog iets over heiligen. Heiligen zijn mensen zoals u en ik. Zij moeten het net als wij van de genade van God hebben. De Lutherse theoloog prof. C.W. Mönnich heeft over heiligen gezegd:
 
‘Doop, avondmaal, boete, iedere heilige heeft het net zo zeer nodig. Het verschil is dat de heiligen ons al zijn voorgegaan. Zij zingen voor Christus’ aangezicht het Te Deum, zij bidden ook de litanie mee en stemmen in met het steeds herhaald kyrie eleison’.
 
Dat wij hier in Woerden een Anna-kapel hebben gekregen, wil niet zeggen dat we heiligen vereren. Maar dat we samen met de heiligen instemmen in de lofzang. Dat we ons laten gezeggen door de hoop en het vertrouwen die zij ooit hadden in God. Dat we delen in hun volharding.
 
Volgens de traditie was het de heilige Anna die Maria leerde bidden. Ik vind dat een mooi gegeven. Geloof gaat vaak via onze moeders en grootmoeders. We zijn de eerste niet, we mogen leunen op de schouders van het voorgeslacht.
 
Anna leerde Maria bidden en van Maria hebben we één van de indrukwekkendste en grootste gebeden overgeleverd gekregen die de kerk heeft. De lofzang van Maria, het Magnificat. Ik wil afsluiten met het Magnificat in de vertaling van Huub Oosterhuis.
 
Ik zing van ganser harte voor de Heer,
ben opgetogen om mijn God en Redder.
 
Want Hij had oog voor mij, zijn dienares,
maar wie ben ik dat Hij mij heeft gevraagd?
 
Nu mag ik mij voortaan gelukkig prijzen
dat Hij zo grote dingen aan mij deed.
 
En alle eeuwen stemmen met mij in:
de Heer is machtig en zijn Naam is heilig.
 
Genade is zijn kracht, maar alle hoogmoed,
al onze eigenwaan ontmaskert Hij.
 
Alle machthebbers stoot hij van hun tronen;
arme en kleine mensen maakt Hij groot.
 
Wie honger hebben geeft Hij overvloed,
en rijken stuurt Hij heen met lege handen.
 
Altijd is Hij zijn volk nog trouw gebleven,
altijd bezorgd om Israël, zijn dienstknecht.
 
Zo had Hij het beloofd aan onze vaderen,
aan Abraham en aan zijn volk voorgoed.
 
Eer aan de Vader, aan de Zoon en aan de Geest,
nu en altijd, door al de eeuwen, Amen!